Pagina's

maandag 29 september 2014

Duo List en Bedrog

Ken je ze?
 
 
Twee heb ik er, dochters bedoel ik. Nou, eigenlijk anderhalf, want nummer twee is, behalve niet heel groot, ook niet helemaal van mij. Ze hoort er wél helemaal bij, daarom is ze ook gewoon "mijn" dochter. Want dat werkt zo in ons patchworkgezin.

Het zijn gezworen vriendinnen. Zusjes tegen wil en dank, door "het Lot" bijeen gebracht. Twee handen op één buik, gelukkig.  Ze versterken elkaar, zijn elkaars zekerheid. Tenminste...dat dénk ik. De één lijkt een ongeleid projectiel dat ieder feestje meepakt, vol in de vriendinnen zit en voorop in de polonaise loopt. De ander is wat bedachtzamer, wil ook ieder feestje meepakken maar is wat kieskeuriger in haar vriendschappen waardoor het grote feesten maar ten dele lukt. Persoonlijk ben ik daar niet heel rouwig om, maar aan de andere kant begrijp ik haar gevoel, wel willen maar niet kunnen sucks.

Maar als ze samen zijn, gaan de remmen los! Bij binnenkomst, om de week op vrijdagavond, krijg ik een kroel en wordt er één streep naar boven getrokken. Dan zijn ze samen en wordt alles waar in de afgelopen 10 dagen over werd ge-appt nog eens opnieuw besproken, dit keer met de nodige lachsalvo's of luide verontwaardiging. In de voorbereiding op een avondje weg wordt er kleding gepast, make-up geprobeerd en muziek geluisterd. Als het bij een van de twee even niet zo lekker loopt, biedt de ander een luisterend oor en mag er gehuild worden. Vriendjes worden goed- en afgekeurd. Ze geven elkaar hun ongezouten mening als een vriendje niet oké lijkt of er, in hun ogen onverantwoorde, beslissingen worden genomen. (helaas liggen wat mij betreft de meningen over wat onverantwoord is en wat niet, schromelijk ver uit elkaar)

Soms voelt het of we figurant in hun leven zijn. Dat is natuurlijk ook zo, er zijn belangrijke dingen te beleven en spannende plaatsen te bezoeken zonder ons, de ouders. Af en toe laten we ons even zien en worden we gedoogd. Dan mogen we meedoen met de gekte. Vaak echter zijn we "die ouders" die helaas toch ook willen opvoeden of, in ieder geval, willen sturen. Iets dat zeker in die weekends maar ten dele lukt. Want zeg nu zelf, hoe moeilijk is het om zoveel pret te onderbreken? Het gevoel hebben dat je iets moet zeggen maar wéten dat het niet leuk is, of gezellig....

Het is een wankel evenwicht tussen houden we het gezellig en dit kan écht niet! We zijn maar twee weekends per maand bij elkaar. Dat is moeilijk, ook voor de meiden. De meningen over "wat is zeiken" lopen ook hier ernstig uiteen. Vragen of ze, bijvoorbeeld, de afwas willen doen is geen zeiken, toch? ZES keer vragen of ze de afwas willen doen is wel zeiken en ernstig nadelig voor de sfeer. Wat doe je dan? Zeik je er lustig op los, of doe je de afwas zelf ter meerdere eer en glorie van de rust en vree? Ik kies steevast voor het laatste, al brommend doe ik de afwas. Vriendlief gaat vaker de confrontatie aan en is in deze "de zeikerd". Hetzelfde met de telefoontjes, hier trekken we een lijn en zeiken vriendelijk of ze dan in ieder geval tijdens het eten uit de hand mogen. Néé, ook niet op het aanrecht! Dág telefoontjes...dág gezellig tafelen... Voor even dan, want gelukkig zijn er nog altijd de pubergrapjes en de flauwigheid. Grapjes die alleen zij begrijpen vliegen over de tafel en rollende ogen zijn ons deel als we ook zo nodig met ons drietal "willen meedoen".

We hebben al heel wat "leuk voor later" momentjes met die twee meegemaakt, er zullen er nog vele volgen denk ik. Nee, dat ligt niet aan de jongste van de twee, maar aan de combinatie van één en twee. Samen voelen ze zich onoverwinnelijk en komen ze in situaties die wij niet kunnen verzinnen (gelukkig, anders kwamen ze de deur niet uit). Moeten we, voor ons fatsoen, hoofdschuddend reageren...'s avonds lachen we ons kapot, want wat zijn ze grappig. Tenminste...dat vind ik, Fijne Man is wat serieuzer.

Duo List en Bedrog, Gall&Gall, Peppie en Kokkie, noem ze zoals je wilt. Samen zo vaak het kan en wat gun ik ze elkaar, twee liefjes tegen de rest van de wereld. Ook tegen ons. Ik hoop dat ze later, maar waarschijnlijk zelfs nu al, beseffen hoezeer ze gekoesterd worden, alle gezeik ten spijt...


woensdag 17 september 2014

Mooie lamp

Hoe vind je hem? Onze nieuwe lamp? Geweldig hè!
 

Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat de keuze voor deze lamp niet uit weelde is gemaakt, maar oh wat heb ik er een lol in als het toch allemaal weer op zijn plek valt. Want ik vind hem leuk, onze nieuwe kroonluchter. Hij hangt nog niet hoor, maar dát we hem gaan ophangen is een zekerheidje.

Het uitzoeken van de perfecte lamp is voor ons altijd lastig, maar het wordt weer donkerder dus we ontkwamen er niet aan. Slechts één keer heb ik de perfecte hanglamp gevonden bij Andrea's Retroloods. Helaas liet ik die bij verhuizing nummer één uit mijn handen vallen. Ik ben er nóg ziek van. Verder is de verlichting in ons huis een bij elkaar geraapt zooitje. We hebben een "zaklamp", ontstaan toen we een staande lamp te fel vonden. We hebben er een zakje overheen getrokken. Een tafellamp die eigenlijk hanglamp is en twee schattige space-age lampjes in de vensterbank.

Het is lollig om te zien hoe we aan het "verduurzamen" zijn. Onlangs kocht ik wat borden op de rommelmarkt en maakte ik ze met een stift eigen.


Onze tuin wordt heel langzaam ook meer ons ding, inmiddels staat er een schutting en hebben we alle hibiscussen eruit getrokken. Van het hout dat daarvan overblijft maken we de schutting aan de achterzijde. De tegels worden aan stukken geslagen en omgedraaid.



Uiteindelijk moet het dit worden. Paradijsje toch?

 
 
De gordijnen in de keuken zijn ook nog een wens, die wil ik maken van oude zijden sjaaltjes, zodat het er uiteindelijk ongeveer als volgt uit gaat zien. Beetje meer geel en beetje meer sprekende kleuren.  Maar leuk is het! Als je nog sjaaltjes van vroegah over hebt, ik hou me aanbevolen.
 
 

Het keutelen dient vele doelen, we streven samen naar een gezellige omgeving, het houdt ons lekker bezig, het is goedkoop én het bewijst dat je héél veel kunt met best weinig. Het geeft ons het gevoel van samenzijn. Het maakt me tevreden. 
 
Het helpt dat ik uit een creatieve familie kom. Opa en oma liepen op hoge leeftijd nog door de bossen, op zoek naar een stukje hout, daar maakten ze dan beeldjes van voor kinderen en kleinkinderen. Ze pikten (ja écht) plastic zakjes bij allerlei winkels die opa dan aan repen sneed. Oma haakte daar toilettassen van, mijn moeder gebruikt ze nóg. Mijn vader en moeder zijn ook altijd aan het rommelen. Tijdens de vakantie hadden we ineens een barbecue boven ons kampvuur, gemaakt van wat tentstokken en een rooster, super gaaf!
 
De Fijneman is niet zo handig, maar wel heel enthousiast. Hij heeft goede, soms zelfs bruikbare, ideeën. En met een beetje geduld en creativiteit komen we een heel eind. Volgend jaar is onze tuin klaar. Misschien hangen de gordijnen er al voor de kerst. Ik kijk er naar uit!
  
Trouwens...ik loop niet met een aureooltje boven mijn hoofd te verkondigen dat je het ook eens moet proberen hoor! Het is nog steeds de echte wereld, we huppelen hier echt niet rond in witte gewaden met een Colgate smile om vervolgens madeliefjes te gaan plukken.  Nog steeds hou ik van mooie en dure dingen en natuurlijk zou ik het zonder pardon kopen als er ruimte was. Maar voor nu doen we het met wat we hebben en ik moet zeggen...het gaat ons méér dan goed af! 

maandag 15 september 2014

Meisjes van zestien

 
 
Kleine meisjes worden groot, die van mij blijft helaas niet achter. Jaren geleden maakte ik een zelfde foto, toen zat ze nog in haar zwembroekje met een zakdoekje op haar hoofd naar een meer te kijken. Wel in Frankrijk. Dit jaar ging ze gewoon ook weer mee, 16 jaar inmiddels en nog steeds "a hand full", in dat opzicht is er weinig veranderd. Er zijn momenten geweest dat ik haar maar nauwelijks onder controle had, momenten waarin het allemaal niet zo heel lekker liep bij mij. Te druk, te moe, te verdrietig, te alleen. Zij hield daar natuurlijk geen rekening mee, logisch. Met aangeboren vakkundigheid haalde ze regelmatig het bloed onder mijn nagels vandaan.
 
"Hoezo ben jij te moe, ik ben dertien jaar en ik wil NU schoenen met hakken van 15cm. Ook al ben jij daar niet klaar voor en kan ik er niet op lopen...en het maakt me niet uit dat we nu midden in de stad staan, ik wil die schoenen! En anders maar geen schoenen."
 
Om maar eens een situatie te schetsen. Op dit soort momenten bezweek ik zelden, maar het maakte niet dat ik mezelf een gezellige moeder vond. Je wilt je kinderen natuurlijk alles geven, zolang het binnen de mogelijkheden ligt. Soms is het echter mogelijk, maar niet verstandig. De hakken kwamen er dus niet. En waar zij de ruzie (hoezo ruzie mam? Het was een meningsverschilletje (op straat, met alle registers open ja....)) schijnbaar makkelijk van haar schouders afveegde, had ik daar nog dagen last van. Nu vindt ze me niet lief meer, straks gaat ze ergens anders wonen. Mijn meisje kent me wat dat betreft als geen ander, ze weet mijn zwakke plek feilloos te raken. Niet zelden sloop ik na een knallend meningsverschilletje weer naar boven en praatte ik mijn ellende weg: "Nee, je krijgt nog steeds die schoenen niet, maar je begrijpt toch wel blablablabla" Om uiteindelijk de kamer te verlaten met het gevoel dat ik wéér mijn excuses had aangeboden voor een moment waarin ik zeker niet degene was die zich onredelijk gedroeg. Maar hey....ze vond me wél weer lief.
 
Ze is hoe dan ook een puber, met alle ellende die daarbij komt kijken. Je vergeet weleens dat ze meer is dan alleen die puber, gewoon omdat er zoveel gebeurt in dat leventje van haar (dan laat ik de afwas, de was en het kamer opruimen maar even buiten beschouwing want als er íets níet gebeurt in haar leven...) ook bij dit kind is het weleens lastig te beoordelen of de puberteit spreekt of het karakter. Best lastig inschatten soms en als moeder heb ik graag de neiging om naar de puberteit de buigen, lekker kop in het zand ;-). Inmiddels heb ik geleerd om te "aarden" en sta ik (als moeder) letterlijk steviger in mijn schoenen.
 
Het lijkt een harde tante, die dochter van mij, dat is ze soms ook. Regelmatig zat ik met mijn handen in het haar. Maar onder al die wilskracht (goede eigenschap), die laksheid (oeh...), dat perfectionisme (heeft ze niet van ondergetekende en heeft geen betrekking op haar slaapkamer) en al die schijnbare onverschilligheid, gaat een zacht karakter schuil. Ze denkt na over zaken die zelfs mij niet bezighouden. Moedert over haar broertje en zusje (soms niet in dank afgenomen en onterecht verward met bazigheid). Ze staat heel volwassen in het leven en maakt soms beslissingen waar menig volwassene een puntje aan kan zuigen. Keer op keer bewijst ze dat ik best los mag laten.
 
Kort en goed...ik ben trots op haar. Trots op de puber die ze is en trots op de volwassene die ze steeds vaker laat zien. Op de zestienjarige die, samen met collega-pubers broer en zus, zonder morren met ons meeging op vakantie en zich prima heeft vermaakt, ook al was er geen discotheek, waren er geen jongens, beperkt wifi en geen winkels. Trots op het kind dat bosbessen plukt, jam maakt met haar oma, mee gaat hiken, appeltaart bakt, de slappe lach heeft bij het kampvuur. Op de jonge volwassene die haar boontjes al bijna zelf dopt, twee baantjes werkt en niet hangt aan merken, niet zeurt als het eens wat minder is. Trots op haar creatieve geest en haar inzet op de nieuwe school. Het gaat allemaal niet alleen maar vlekkeloos, we hebben onze dingetjes, maar wat ben ik trots op onze band, die ondanks alle stormen ijzersterk is gebleven.

woensdag 10 september 2014

Monkey see, Monkey do

 
Waar het leven mij ook bracht, mijn aap was erbij. 
 
 
 
Hij kwam binnen als een cadeau van mijn oom en is eigenlijk nooit meer weggeweest. Eerst was hij mijn steun en toeverlaat, Bobo (want zo heet hij) heeft menig kleuterverdrietje opgelost. Toen ik naar de grote school ging zat hij ook in mijn kamer, altijd op bed. Thuis was geen thuis zonder Bobo. Tot ik het ouderlijk huis verliet sliepen we samen.
 
Inmiddels heb ik al aardig wat "vorige levens" gehad en mijn aap was erbij. Niet meer in mijn bed natuurlijk, maar hier en daar ter decoratie.  Steeds ouder en steeds doorleefder, net als ik. Toen ik aan mijn nieuwe leven begon zat Bobo ineens in een doos, bij de babyspullen. Niet met een speciale reden maar waarschijnlijk omdat hij niet helemaal meer bij mijn nieuwe "strakke" (nooit gelukt hoor) interieur paste. Hij stond zeker niet leuk op mijn nieuwe Ikea kast of hij paste niet in mijn nieuwe kleurschema... Géén idee.
 
In ieder geval, met de komst van de Fijne Man, verdween langzaam ook mijn strakke interieur en kwamen de oude spulletjes. Kleurschema's? Wat zijn dat? Mooi is mooi en leuk is leuk. Liefst zoveel mogelijk. Ons huisje slibte langzaam dicht met dingen die we mooi en handig vonden. Want zeg nu zelf; vier vintage poefjes zijn niet genoeg, er kan nog meer bij. Gelukkig gingen we verhuizen en werden we op tijd van alles dat we teveel hadden verlost, een deel ging naar de vuilstort en een ander deel ging naar Andrea.
 
In ons nieuwe huis kwam meer lijn, less is the new more zeg maar. Hoewel ons less voor anderen vaak nog een tikkie too much is, vrees ik. Ook vond ik Bobo terug, hij kreeg een voorzichtig plaatsje in de slaapkamer. Het lot besloot dat we nog een keer moesten verhuizen. In dit huis zit Bobo in de woonkamer te pronken, pontificaal in een stoel. Hij hoort er weer helemaal bij en past prima tussen ons bij elkaar geraapte zooitje.
 
Zo gaat het me ook vaak af in relaties van alledag, zelfs vriendschappen verlopen soms zo. Ook in vriendschappen hoeft afstand niet perse afscheid te zijn. Het is soms nodig om samen sterker uit de strijd te komen. Afstand kan er zijn om jezelf te vinden of de ander, omdat je elkaar gewoon een beetje kwijt was. Na die periode van "rust" kun je vaak door waar je bent gebleven, net of je elkaar gisteren nog sprak. Zonder terugkijken ga je door naar de toekomst en geniet je van nu. Net als Bobo en ik.

maandag 1 september 2014

Koelkastmoeder

 
Vroeger werd beweerd dat autistisch gedrag werd veroorzaakt door de emotionele kilte van de moeder. Hm...steek die maar in je zak Sas...
 
 
 




Gelukkig is deze theorie weerlegd, maar als moeder van een zoon met Asperger kan ik je zeggen dat een dergelijke theorie er alsnog aardig in kan hakken. Het is nu eenmaal zo dat je als moeder van een kind met Asperger soms niet anders kunt dan "koud" reageren. Soms is de enige weg naar "wenselijk gedrag" de botte bijl. Ook al druist het in tegen álles waar je voor staat of wat je bent, om je kind (en jezelf) te beschermen móet je soms over je eigen grenzen gaan.

Zo heeft mijn zoon per dag anderhalf uur op de computer en is er een strict regiem tegen spelletjes voor boven de 16 jaar. In mijn ogen niet heel gek, ook voor kinderen die geen diagnose hebben.

Vooropgesteld dat onze zoon een heerlijk kind is (vaak door buitenstaanders bevestigd), is het nu eenmaal een feit dat in ons gezin álle zeilen moeten worden bijgezet om zoonlief een stabiele volwassene te laten worden. Door iedereen, óók door zijn zus.Niets gaat vanzelf, dat klinkt dramatisch, dat is het niet, we zijn niet anders gewend.

Met al het geduld dat kan worden opgebracht (ik heb niet veel, Fijne Man heeft te veel) doen wij er soms een jaar over om iets simpels, zoals bijvoorbeeld licht uit op de w.c., onderbroek in de wasmand, handen afdrogen aan de handdoek in plaats van de theedoek, in te laten slijten. En nu hoor ik je denken..."Oh, maar dat is bij óns ook zo hoor! Die pubers....die letten nergens op..." En dat klopt, een puber let nergens op... Een puber met Asperger is, zeg maar, dát in het kwadraat. Het opvoeden is ook het "probleem" niet. Iedereen zal begrijpen dat we de onderbroeken in de wasmand willen hebben.

Een ander verhaal wordt het wanneer hij ergens een obsessie voor heeft. Dat is, op zijn zachtst gezegd, vermoeiend... En ik denk dat dáár de term koelkastmoeder vandaan komt. Want door een buitenstaander zal het niet begrepen worden dat ik hem kortaf "toebijt" dat ik nu niet over zijn Playstation 4 wil praten, als hij mij enthousiast vertelt dat hij nog maar € 90,00 hoeft te sparen. Hij is immers zo blij en het is toch leuk voor hem dat hij die Playstation bijna bij elkaar gespaard heeft. Knap! Of dat we hem bruut onderbreken als hij het woord "virus" of "hacken" maar in zijn mond neemt. "Nee! Nu niet, we willen hier niet over praten!" Zielig zeg... Of dat je bijna ongeïnteresseerd naar een nieuwe tekening van hem kijkt. Hij heeft er immers zo zijn best op gedaan...

Niemand ziet dat wij achter de schermen de hele dag met het spaartraject geconfronteerd worden. Als hij de kans ziet praat hij over zijn Playstation 4. Niet één, twee of drie keer per dag, maar per uur. Negen van de tien keer praten we enthousiast mee, maar soms ben je wel eens moe. Hetzelfde geldt voor het hacken van zijn computer. Niemand weet dat hij dagelijks obsessief de geschiedenis van zijn computer doorzoekt en totaal doorslaat als hij een onregelmatigheid vindt. Wekelijks moeten we hem wel vijf keer geruststellen. (Echt jongen, als je zes virusscanners hebt, zal het best wel meevallen met die hackers...) En de tekeningen... Wie hem kent weet dat hij veel en graag tekent. Wij worden betrokken bij iedere pennenstreek, ieder grapje en alle kleurkeuzes. Meestal wordt alles bewonderd en bejubeld. Soms is het echter wat veel.

Dit zijn maar drie van de "obsessies" waarmee we te maken hebben, de films, het downloaden en andere zaken die dagelijks aan de orde zijn, samen met het normale opvoeden maken dat ik (we) soms "koelkastachtig" reageer op een, schijnbaar, heel normale situatie. In eerste instantie omdat we ook maar mensen zijn, maar ook bewust, omdat het in de maatschappij niet gewenst is om altijd maar over je eigen ding te praten en daarbij de ander uit het oog te verliezen.

Toch hebben wij een hele warme relatie, we praten over alles en gaan geen onderwerp uit de weg. Ook op school blend hij gewoon lekker in, het valt daar niet op dat hij "anders" is. Daar doet hij enorm zijn best voor. En als hij daarom thuis al zijn Asperger op ons botviert dan dragen wij daar graag in bij. De dansjes, de Playstations, de films en de tekeningen horen bij ons en vallen perfect in de gekte van ons gezin. Ik zie mezelf het liefst als kampvuurmoeder want echt, het kan altijd gekker.